Marcel Möring

“Iedere schrijver heeft het recht om afschuwelijke dingen in een roman op te nemen,”

zegt Marcel Möring (Enschede, 1957) over zijn roman Mordechai. Wat hij daarmee bedoelt, licht hij toe tijdens de literaire serie Inktvreters in De Alkenaer. Een klein tipje van de sluier: in Mordechai speelt één enkel woord een cruciale rol – het zorgt niet alleen voor de ontsporing van het hoofdpersonage, maar leidde ook tot Mörings vertrek bij uitgeverij De Bezige Bij.

De roman draait om Mordechai Gompertz, een gevierde schrijver wiens boeken zijn verfilmd en die leeft met de privileges én lasten van zijn bekendheid. Hij verlangt naar vrijheid en weigert zich te laten vastleggen in één identiteit. Mordechai is een veelgelaagde familieroman over herinneringen, zelfbeeld en de vraag of één waarheid ooit echt bestaat. Het verhaal beslaat ruim een eeuw en voert de lezer langs verschillende werelddelen.

Marcel Möring groeide op in Assen in een Joods gezin. Zijn grootouders van moederskant waren in werkelijkheid de onderduikouders van zijn moeder. Over de oorlog werd thuis gezwegen.

Hoewel hij op dertienjarige leeftijd al schrijver wilde worden, begon zijn loopbaan als computeroperateur, aardappelinspecteur en journalist. Op zijn 33e debuteerde hij met Mendels erfenis, bekroond met de Lubberhuizenprijs. Hij ontving de AKO Literatuurprijs voor Het grote verlangen en de prestigieuze Aga Khan Prize van The Paris Reviewvoor zijn korte verhaal East Bergholt. Zijn werk is in meer dan twintig talen vertaald.